CBS: werkgelegenheid zonne-energiesector met 28 procent gegroeid

De werkgelegenheid in de Nederlandse zonne-energiesector is tussen 2011 en 2020 met een factor 11 groter geworden. Binnen het thema hernieuwbare energie is de zonne-energiesector inmiddels de grootste werkgever.

Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

22,3 miljard euro
De toegevoegde waarde van de milieusector bedroeg 22,3 miljard euro in 2021, ongeveer 2,6 procent van het bruto binnenlands product (bbp). In 2001 was dit nog 1,7 procent. De werkgelegenheid in hernieuwbare energie is in 10 jaar tijd bijna verdubbeld. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over de milieusector, waaronder een eerste snelle raming voor 2021.

De milieusector omvat bedrijven en instanties die goederen en diensten produceren gericht op het beschermen van het milieu – zoals het meten, voorkomen en herstellen van milieuschade door lucht-, water- en bodemvervuiling – en het beheren van natuurlijke hulpbronnen waaronder energieproductie met zonnepanelen en windmolens.

72.000 voltijdbanen
De productie uit hernieuwbare energie en energiebesparing waren in 2020 goed voor ruim 72.000 voltijdbanen, in 2011 waren dit er nog 40 duizend. Wel zijn er verschillen tussen de activiteiten. De grootste stijging is te zien bij zonne-energie. De werkgelegenheid uit windenergie is in dezelfde periode verdubbeld. Daarentegen is de werkgelegenheid gerelateerd aan warmte, geothermie en energie uit water de afgelopen 10 jaar vrijwel constant gebleven, zoals te zien is in de 2 onderstaande grafieken.

Europa
De bijdrage van de milieusector aan het bbp was in de Europese Unie gemiddeld 2,3 procent in 2019. In Nederland was dit ook rond de 2,3 procent. In Finland, Estland en Oostenrijk is de milieusector relatief het grootst, met respectievelijk 5,8 procent, 4,6 procent en 4,2 procent van het bbp. In deze landen wordt veel hernieuwbare energie geproduceerd en ook het beheer van bosgebieden draagt relatief veel bij aan het bbp. Onderaan de ranglijst van Europa stonden Ierland (0,9 procent), Malta (1 procent) en België (1,1 procent).

Bron:  Edwin van Gastel